Voor de leeuwen werd ik geworpen, afgelopen zomer toen ik mij als tijdelijke winkelmedewerker meldde bij het plaatselijke wijndomein in Saint-Ambroix. Men zat daar verlegen om iemand die haar talen sprak; de winkel wordt in de zomer namelijk enthousiast bezocht door hordes toeristen die het Frans niet zo machtig zijn.
Dat leek me wel wat; ik kon mijn Frans wat meer in de praktijk brengen, en passant meer over wijn leren en een cent bijverdienen. En de eigenaresse van het wijndomein hoefde haar talenkennis niet aan te scherpen. U weet….Fransen spreken vooral Frans en laten dat graag zo.
Het was een leerzame periode.
Het uitspreken van diverse bedragen op zijn Frans was een oefening voor brein en tong. De Franse taal heeft namelijk de onhandige eigenschap getallen uit te werken in rekensommetjes. Tachtig wordt hier vier maal twintig (quatre vingt), vijf-en-negentig wordt vier maal twintig met vijftien (quatre vingt quinze). Achtennegentig wordt maar liefst vier maal twintig met tien en acht (quatre vingt dix huit). Het vroeg dus nogal wat van mijn talenkennis (redelijk) én van mijn vermogen tot hoofdrekenen (matig). Hardnekkig bleek ik bovendien in het verwisselen van dertien (treize) met dertig (trente), veertien (quatorze) met veertig (quarante) en vijftien (quinze) met vijftig (cinquante).
Verwarring alom dus aan de kassa, als ik weer eens absurde bedragen in elkaar had gepuzzeld.
De klanten bleven echter beminnelijk en geduldig, terwijl ik hakkelend excuses prevelde in het Frans. Het zweet brak me regelmatig uit. Of het was gewoon de warmte, dat kan ook.
Dan de wijn. Ik had me vooraf wat ingelezen op het thema. Maar mijn aanzienlijke gebrek aan wijnkennis bracht me op een achterstand die niet zo een-twee-drie met het lezen van een boek weg te werken is. Gelukkig weten veel toeristische bezoekers van zo’n wijndomein er ook niet zoveel van, en mijn woorden vielen dan ook meestal in vruchtbare aarde. In het land der blinden….
Ik maakte indruk op de clientèle door het achteloos over cépages te hebben, afgetopt met interessante verhandelingen over de macération carbonique en wijsneuzerig geblabla over het verschil tussen de Chardonnay en Sauvignon Blanc druif.
Maar ik heb ook onverwachte dingen geleerd. Over Fransen. Over Nederlanders. Over opvoeding. Over wijnproeven.
Ik heb een Amerikaans gezelschap – afkomstig uit Californië bij Nappa Valley – zien omvallen van verbazing toen ik de jerrycan van een oud Frans mannetje afvulde uit een groot wijnvat. Dat kenden ze niet in Nappa Valley, zo leerde ik. Ze kwamen na hun vertrek dan ook snel retour met een inderhaast gekochte plastic fles en het verzoek om deze te vullen en of ze dat dan ook mochten filmen. Tuurlijk, de klant is koning. Ze vonden het allemaal erg awesome. Ik vrees dat ik nu ergens of Facebook figureer terwijl ik hun fles vol sta te tappen. Tant pis.
En op het gevaar af dat ik u hiermee voor het hoofd stoot; het verschil in opvoedingsresultaat tussen Franse en Nederlandse kinderen sprong me deze periode ook nogal in het oog. Niet in het voordeel van de Hollandse kinderen overigens.
Waar Franse kinderen meestal geduldig wachtten op maman et papa die het glas hieven, maakten de Nederlandse kinderen er meteen een dolle boel van.
De soepstengels die op tafel stonden om de mond van hun ouders voor het wijn proeven te prepareren werden gulzig en ongehinderd naar binnen geschrokt door de kinderen. Het wijntransportkarretje kon natuurlijk niet onberoerd blijven en het gezeur (“mám, hoe lang zijn jullie nog bezig !”) was niet van de lucht. Terwijl het grut zich op de grond had geworpen om daar de tijd te gaan doden jongleerde ik met flessen en glazen langs de over de grond tijgerende kinderen. Uiteraard moest in de winkel ook alles bepoteld worden door de kids om de verveling de baas te blijven.
Franse kinderen daarentegen groepten rustig samen in een hoekje van de cave en fluisterden op zachte toon met elkaar om het heilige wijnproeven van de ouders niet te verstoren. De door maman meegenomen kleurplaten werden zonder gezeur volgekleurd. Geen onvertogen woord. Ik vond het een fenomeen !
Of de Franse opvoedingsstijl ook tot gelukkiger kinderen leidt laat ik hier buiten beschouwing; het leidde in elk geval tot een gelukkiger winkelmedewerker.
Opmerkelijk vond ik het ook dat de Fransen hun kinderen vaak bij het wijnproeven betrekken, in elk geval om te ruiken (wat de kinderen graag deden en ze bleken er zowaar ook een mening over te hebben) en soms zelfs om een nipje te proeven.
Wat de “Jellinek” daar van vindt weet ik niet maar het is duidelijk dat wijn hier tot het culturele erfgoed behoort en dat de Fransen dit in de opvoeding van hun kroost zeer serieus nemen.
Het meest grappige onderscheid tussen Fransen en niet-Fransen was toch wel de manier waarop er wijn geproefd wordt.
De toerist komt vaak al handenwrijvend binnenstappen met een blik van “en wát is er hier allemaal te beleven ?”. Na mijn uitleg dat hier wijn wordt gemaakt en dat men deze ook mag proeven laat de vakantieganger zich vervolgens met graagte alle wijnen inschenken. De Fransman weet bij entree al wat hij wel of niet blieft, en laat zich maar niet zomaar alles in het glas gieten.
En hoewel er altijd een spuwbak klaarstaat zijn er maar weinig niet-Fransen die daar gebruik van maken; Nederlanders slikken alles zonder pardon door onder het motto “zonde om uit te spugen toch ?”.
Sowieso werd alles met een zekere gulzigheid naar binnen geklokt. Zo niet de Fransman; die proeft de wijn zoals het hoort. Eerst ruiken, dan walsen, dan weer ruiken, dan kijken, dan met veel geslurp een slokje om daarmee luidruchtig de mond rond te gaan en dan – jawel – alles met een ferme straal in de spuwbak. En denkt u nou niet dat dat alleen voor de chic geldt. Ook Jean-met-de-pet doet dit zo. Ik vond het een wonderlijk en vermakelijk schouwspel. Wijn is in Frankrijk een serieuze zaak.
De afgelopen zomer was dus op vele fronten een leerzame periode voor me.
En mocht u na dit stukje nog de moed hebben om als toerist dit wijndomein te bezoeken (en doe dat vooral, het is echt de moeite waard) dan is de kans groot dat u in uw eigen taal te woord zal worden gestaan, want er werkt nog een Nederlandse (Ciëlle) en zij heeft bovendien écht verstand van wijn ?
Dat herinnert me eraan dat ik nog een doos van dat goddelijke vocht heb liggen. Zonder jou en Cielle had ik het nooit ontdekt. A ta santé.
Proost !